door Harmen van der Werf
HOEDEKENSKERKE - Stap voor stap sluipt hét moment dichterbij,
het moment waarop de Koutermolen van Hoedekenskerke het eigendom wordt van een
speciale stichting. „We hopen van harte“, zegt voorzitter Jos Roelse uit
Hoedekenskerke, „dat de molen deze zomer weer draait.“
Het wordt tijd. De molen staat al enkele jaren te koop en
gaat langzaam maar zeker achteruit. Van draaien is ook al een tijd geen sprake
meer. „De eigenaar, Dieter Borngräber, heeft goed voor de molen gezorgd. Zonder
meer. Hij heeft de molen in oude staat teruggebracht. Hij kwam de eerste jaren
na de restauratie ook elke maand wel een paar keer om de molen te laten draaien,
maar hij heeft er geen tijd meer voor. Hij woont in Duitsland, heeft ander werk
gekregen“, weet Roelse. „Vandaar dat hij de molen te koop heeft gezet, maar wie
wil zo’n monument als je er niet eens in mag wonen?“
De dorpsraad Hoedekenskerke (waarvan Roelse lid is) en de organisatie achter
het antieke Winkeltje van Wullempje in het dorp staken eind 2005 de koppen bij
elkaar. Zij besloten een nieuwe stichting op te richten om de molen te kopen én
open te stellen voor het publiek. Want Hoedekenskerke kan altijd wel een
attractie gebruiken als eindpunt van de Stoomtrein Goes-Borsele (SGB).
De aankoopprijs was een probleem. Borngräber vroeg 97.500 euro. Te veel, aldus
de stichting in oprichting. De molen is op 60.000 euro getaxeerd. Na lang
onderhandelen zijn de twee partijen ergens in het midden uitgekomen, op 80.000
euro inclusief kosten. Dat lijkt te betalen: uit de Europese subsidieregeling
Leader+ voor plattelandsontwikkeling, via door de stichting zelf te verwerven
gelden en dankzij steun van de gemeente Borsele. De Borselse gemeenteraad moet
daar 1 februari nog wel over beslissen.
Luxe positie
De Europese subsidie en de bijdrage van Borsele zijn voor
de stichting van groot belang om zelf fondsen te kunnen werven. „We gaan
stapsgewijs verder“, geeft Roelse aan dat de verwerving van een molen niet één
twee drie is geregeld. De stichting verkeert in één opzicht wel in een luxe
positie. Uit Hoedekenskerke hebben zich drie bewoners gemeld die vrijwillig
molenaar willen worden. Roelse: „Ze moeten nog een opleiding volgen en
voldoende ervaring opdoen.“ De Koutermolen van Hoedekenskerke, gebouwd in 1874,
moet deel gaan uitmaken van een wandelroute: van het eindpunt van de SGB, via
het Winkeltje van Wullempje naar de molen. Ook de kerk wil meedoen. In de molen
komt een presentatie, zo is de bedoeling, en bezoekers mogen ook de zolders
bekijken. „De presentatie zal er komende zomer nog niet zijn“, blikt Roelse
vooruit, „maar draaien moet lukken.“
Hoedekenskerke is daarmee al een flinke stap verder dan Ovezande waar een
stichting sinds begin 2003 probeert de plaatselijke molen De Blazekop van de
ondergang te redden. De gemeente Borsele toonde zich eind 2005 bereid een
financiële garantstelling voor de aankoop van De Blazekop te geven van 240.000
euro. De aankoop heeft echter nog steeds niet plaatsgevonden. Charles Verbeek
van de stichting De Blazekop heeft zijn hoop gevestigd op een gesprek begin
februari met de gemeente en de provincie. „We moeten armslag krijgen om iets
bij de molen te mogen bouwen“, zegt Verbeek. „Het wordt anders financieel
onhaalbaar.“ De Blazekop schreeuwt in tegenstelling tot de Koutermolen in
Hoedekenskerke om een forse opknapbeurt.